Ik ben hebberig, ik wil alles hebben.
Ik wil jou hebben, jij bent van mij.
Jij bent van mij dus jij hoort hier.
Jij bent van mij dus niet van iemand anders.
Ik ben hebberig, ik wil alles hebben.
Ik wil hebben wat jij hebt, wat hij heeft en wat zij hebben.
Ik ben niet van plan om te delen.
Nee delen doe ik niet, ook niet met jou.
Ik ben hebberig, ik wil alles hebben.
Hoe meer ik heb hoe beter.
Ik ben hebberig, ik wil alles hebben.
Hoe groter hoe beter.
Meer, meer, meer.
Meer!